Verslag
‘Homo Faber’
Inhoudsopgave
Inleiding
Dit verslag gaat over het boek ‘Homo
Faber, ein bericht’ geschreven door Max Frisch. Ik heb dit boek
gekozen omdat het onderwerp van het boek mij erg intrigeerde. Op de
achterkant werd het boek beschreven als een verhaal waarin het
wereldbeeld van een man totaal wordt verandert door de liefde. Dit
sprak mij erg aan en daarom lijkt het mij erg leuk om te lezen. In
dit verslag behandel ik de schrijver van het boek en de samenvatting.
Ook behandel ik de literaire aspecten van het boek, zoals
vertelverhaal, schrijfstijl, thema, genre etc. Uiteindelijk vertel ik
mijn eigen mening over het boek. Deze is over het algemeen positief,
het was immers een erg goed verhaal, alleen de schrijfstijl van het
boek beviel mij niet altijd. Maar over het algemeen vond ik het een
sterk boek.
Gegevens
van het boek
Het boek ‘Homo Faber’ is
geschreven door Max Frisch en telt 203 bladzijdes. Het boek is in
1957 gepubliceerd door de uitgever Suhrkamp in Frankfurt am Main. Het
boek is geschreven in een autobiografische stijl. Max Frisch
gebruikte namelijk veel van zijn eigen gebeurtenissen voor het
verhaal. Ook waren zijn dagboeken een belangrijke bron voor hem. Zo
is het laatste deel van zijn verhaal voor een deel bestaand uit
reizen die hij maakte naar Europa, Amerika en Zuid-Amerika.
De
auteur; Max Frisch
Max Frisch wordt op 15 mei 1911
geboren in Zurich, Zwitserland. Hij was de zoon van Franz Bruno
Frisch en Karolina Bettina Frisch. Hij had een zus en een broer. Zijn
passie voor schrijven begon op jonge leeftijd al door te schemeren
toen hij op de middelbare school begon met het schrijven van
toneelstukken. Deze werden echter nooit opgevoerd. Na de middelbare
school begon hij met de studie Duitse literatuur en letterkunde,
oftewel Germanistiek, op de universiteit van Zurich. In zijn tweede
jaar stopte hij echter met zijn studie door de financiële situatie
van zijn familie en zijn ongeloof dat zijn studie hem kon helpen met
een carrière as schrijver. Zijn eerste echte contact met
journalistiek was in 1931, toen hij een aantal artikelen schreef voor
de krant Neue Zürcher Zeitung (NZZ). In 1932 maakte hij hierin
carrière door de plotselinge dood van zijn vader dit jaar, zodat hij
zijn moeder kon ondersteunen. Hiernaast deed hij ook nog andere
dingen. In 1933 reist hij veel, waarbij hij ook veel artikelen voor
de krant schrijft. Ook brengt hij een jaar later zijn eerste boek
genaamd ‘Jürg Reinhart’ uit. In 1936 begint hij een nieuwe
studie, Architectuur. In 1937 bracht hij zijn tweede boek uit genaamd
‘Antwort aus der Stille’. Toen de oorlog uitbrak in 1939 ging hij
in het leger. Hij was hij actief tot 1945, waar hij ook een boek over
uitbracht. Ondertussen rondde hij in 1940 zijn studie Architectuur af
waarna hij meerdere architectonische projecten, individueel en in
samenwerking met andere architecten, uitbracht. Hier ontmoette hij
ook zijn eerste vrouw ‘Getrud Frisch-von Meyenburg’. In 1942,
twee jaar nadat ze elkaar ontmoette, waren ze getrouwd. Ze kregen
samen drie kinderen, twee meisjes en een jongen. Een bekend projecten
van hem was een zwembad, waarna hij een architectenbureau kon openen.
Na de oorlog reisd1e hij naar Italië en Duitsland. Ook werden na de
oorlog een aantal van zijn toneelstukken die hij schreef gespeelt.
Verder reisde hij ook nog naar andere Europese landen in de volgende
jaren, waarbij hij bijvoorbeeld het International peace congress
bezocht. Hij spendeerde zelfs een jaar in Amerika. Langzamer hand
werd hij steeds succesvoller, ook zijn toneelstukken. Door zijn
bezoek aan het congress werd hij echter ontslagen bij NZZ, de krant
waar hij al heel lang voor werkte. Kort hierna verliet hij zijn vrouw
en gezin. Na het vele reizen publiceerde hij nog enkele boeken. Hij
schreef ook een toneelstuk, maar deze flopte. In 1957 publiceerde hij
het boek, Homo Faber, wat een razend succes was, wat zijn
reizen uit 1956 naar meerdere landen beschrijft. In 1958 kreeg hij
een nieuwe vriendin. Hij was met haar veel in Rome tot dat de relatie
stuk liep. Ook hierna schreef hij nog enkele toneelstukken. In 1962
ontmoette hij zijn tweede vrouw, Marianne Oellers. In 1968 trouwde
hij met haar en ook met haar reisde hij veel. Na een lange periode
van reizen namen ze een appartement in Berlijn waar ze samen veel
tijd doorbrachten. Hier schreef hij ook boeken zoals Dienstbüchlein.
Maar ook aan de relatie tussen Marianne en hem kwam een einde toen
hij een boek publiceerde waar hij open over zijn liefdesleven praatte
en de affaire die zijn vrouw had toentertijd. Ook had hij zelf een
affaire. Met deze vrouw genaamd Alice Locke-Carey bleef hij in
contact, ook toen hij in 1978 serieuze gezondheidsproblemen had. Deze
overleefde hij gelukkig en in 1979 richtte hij de Max Frisch
Foundation op. Hierna heeft hij nog een toneelstuk en een literair
stuk genaamd Blaubart, wat zijn laatste ‘echte’ stuk was.
In de laatste jaren van zijn leven ging hij terug naar zijn geboorte
stad Zürich waar hij zijn laatste partner, Karen Pilliod, ontmoette.
In 1989 werd het vastgesteld dat hij ongeneeslijk ziek was. Hij had
darmkanker. Uiteindelijk stierf hij op 79 jarige leeftijd op 4 April
1991 in zijn huis in Zürich.
Samenvatting
Walter
Faber, een vijftigjarige Zwitser, vliegt voor zijn werk van New York
naar
Mexico.
Hij werkt voor de UNESCO, en verleent technische hulp aan
onderontwikkelde
volkeren.
In
het vliegtuig ontmoet hij een Duitser, die onderweg is naar zijn
broer in Guatemala.
Zijn
broer bouwt daar een tabaksplantage op.
Tijdens
een tussenstop in Houston krijgt Faber in de toiletten op het
vliegveld last van zijn maag, en hij besluit het vliegtuig zonder hem
te laten vertrekken. Maar een van de stewardessen ontdekt hem en
neemt hem mee terug.
Even
later vallen twee van de motoren van het vliegtuig uit en ze moeten
een noodlanding maken in de wildernis van Tamaulipas, in Mexico. In
de drie dagen dat ze vast zitten, komt Faber erachter dat de Duitser,
die Herbert Hencke blijkt de heten, de broer is van zijn jeugdvriend
Joachim. Hij komt er ook achter dat Joachim getrouwd is geweest met
Faber s jeugdvriendin Hanna. Als ze eindelijk uit de wildernis gered
worden, besluit Faber met Herbert mee te gaan naar de plantage om
Joachim weer te zien. Om bij de plantage te komen hebben ze een jeep
nodig, en daardoor komen ze vast te zitten in een klein dorp waar ze
op een jeep wachten. Hier denkt Faber terug aan 1936, en aan
Hanna.
Hanna
en Faber hadden een relatie toen ze allebei nog studeerden. Omdat
Hanna half joods was, had ze Duitsland moeten verlaten, en was ze
naar Zwitserland gekomen. Maar op een dag kreeg ze te horen dat ze
Zwitserland binnen veertien dagen moest verlaten. Toen Faber en Hanna
naar het bureau van de vreemdelingenpolitie gingen, bleek dat het om
iemand anders ging. Faber besloot met Hanna te trouwen zodat ze zeker
in Zwitserland mocht blijven. Voordat dit gebeurde, kreeg Faber een
fantastische baan in Bagdad aangeboden.
Maar
op de dag dat hij had besloten de baan te nemen, vertelde Hanna hem
dat ze een kind verwachtte. Omdat ze het kind niet wilden, zou Hanna
een abortus laten plegen, en Joachim, die medicijnen studeerde, zou
hierbij helpen.
Na
een paar dagen kunnen ze via een Amerikaan toch aan een jeep komen,
maar als ze na
enkele
dagen reizen bij de plantage aankomen, blijkt dat Joachim zich heeft
verhangen. Herbert besluit op de plantage te blijven, Faber en de
Amerikaan die met hen mee reisde moeten weer terug. In de jeep op de
terugweg denkt Faber weer terug aan vroeger. Aangezien er veel joden
terug naar Duitsland werden gestuurd, was Faber vastbesloten met
Hanna te trouwen. Maar eenmaal bij het stadhuis wilde Hanna op het
laatste moment toch niet trouwen. Faber vertrok naar Bagdad, en liet
Hanna achter, terwijl hij dacht dat zij het kind niet zou
krijgen.
Faber
vliegt naar New York waar hij woont. Als hij daar aankomt wacht zijn
vriendin Ivy al op hem. Hij had haar vanuit Tamaulipas een brief
geschreven waarin hij het uitmaakte, maar zij heeft dit niet serieus
genomen of niet willen geloven. Hij hoort dat hij de week daarop naar
Parijs moet voor zijn werk, en om niet de hele week met Ivy te hoeven
doorbrengen neemt hij de boot in plaats van het vliegtuig. Als hij op
het punt staat zijn huis te verlaten, maar nog even zijn
scheerapparaat wil repareren, krijgt hij een telefoontje dat hij
onmiddellijk naar de haven moet komen. Hierdoor kan hij nog de
volgende dag met de boot mee, zoals hij gepland had.
Op
de boot ontmoet hij een meisje, Elisabeth genaamd. Faber noemt haar
Sabeth omdat hij Elisabeth een onmogelijke naam vindt. Sabeth is
twintig jaar oud en ze is onderweg naar haar moeder in Athene. Ze is
van plan vanuit Parijs via Rome naar Athene te liften. Op de vijfde,
en tevens laatste, dag op de boot is het Fabers vijftigste
verjaardag. Hij vraagt Sabeth die dag ten huwelijk ook al is hij niet
verliefd op haar. Maar ze nemen het allebei niet serieus en bij de
aankomst in Parijs gaan ze uit elkaar.
In
Parijs gaat Faber vaak naar het Louvre, waar hij met Sabeth op de
boot over gesproken heeft, in de hoop dat hij haar terug zal zien.
Daar ontmoet hij haar weer, en hij besluit met haar mee te gaan naar
Athene in een geleende auto. Tijdens de reis krijgen ze een relatie,
en Sabeth wordt verliefd op Faber. Hij komt erachter dat Hanna haar
moeder is, en hij gelooft dat Joachim Sabeths vader is.
In
Korinth vinden ze geen hotel, en Faber komt met het plan buiten te
slapen. Nadat ze de nacht op een strandje doorgebracht hebben, wordt
Sabeth bij het zwemmen door een slang gebeten. Ze rent het water uit,
en als Faber haar achterna komt deinst ze achteruit en valt
achterover een helling af. Faber brengt haar naar het ziekenhuis in
Athene, wat veel moeite kost omdat er geen auto’s langskomen, en
daar krijgt Sabeth een serum tegen de slangenbeet. Hier ziet Faber
Hanna weer terug, en hij logeert zolang in haar huis. De volgende dag
gaan Hanna en Faber terug naar het strand om hun spullen op te halen,
en Faber vertelt wat er gebeurd is. Hanna vertelt hem dat hij de
vader van Sabeth is, iets wat hij eigenlijk al langer wist. Als ze
daarna Sabeth gaan bezoeken in het ziekenhuis blijkt dat ze gestorven
is.
Niet
aan de slangenbeet, maar aan een schedelbasisfractuur veroorzaakt
door de val, die de
dokters
over het hoofd hadden gezien. Na de begrafenis gaat Faber voor zijn
werk naar Carácas waar hij het eerste deel van het bericht schrijft.
Omdat hij steeds last van zijn maag heeft vermoedt hij dat hij
maagkanker heeft. Daarna gaat hij naar Cuba, waar hij het heel mooi
vindt en gelukkig is. Vervolgens keert hij terug naar Athene, en na
nog een keer het graf van Sabeth gezien te hebben wordt hij in het
ziekenhuis opgenomen. Hier schrijft hij het laatste deel van zijn
bericht, met de hand omdat ze hem zijn typmachine afgenomen hebben.
Hanna komt hem elke dag opzoeken in het ziekenhuis. Hij zal
geopereerd worden aan zijn maag. In de laatste aantekening schrijft
hij alleen ‘Sie kommen’, en aangezien het boek daarmee eindigt,
wordt hieruit duidelijk dat hij de operatie niet heeft overleefd.
Titelverklaring
Het boek heet ‘Homo Faber, ein
bericht’, maar waarom eigenlijk. Het boek heet zo omdat de
hoofdpersoon, Walter Faber zo wordt genoemd door zijn jeugdliefde en
moeder van zijn dochter, Hanna. Zei noemt hem al Homo Faber sinds hun
studententijd. Homo Faber is latijn. Homo betekent mens en Faber
betekent smid. Er smid wordt ook wel gezien als een ambachtsman, een
technicus. Deze beschrijving klopt heel erg bij Walter Faber omdat
hij denkt dat met techniek de wereld gecontroleerd kan worden, hij
ziet de wereld namelijk als iets technisch. De ondertitel ‘Ein
Bericht’ is er omdat het verhaal als het ware een bericht is wat
Walter schrijft. Een deel van het boek schrijft hij ook letterlijk
aan Hanna, waardoor het mogelijk is dat het een bericht aan Hanna is,
om te vertellen wat er allemaal is gebeurt.
Personages
In het boek komen er meerdere
belangrijke personages aan bod. De hoofpersoon is natuurlijk Walter
Faber. Hiernaast zijn er nog twee belangrijke karakters, Hanna en
haar dochter Sabeth. Hiernaast behandel ik nog drie belangrijke
bijfiguren.
Walter Faber
Walter Faber is de hoofdpersoon van
het verhaal. In het boek wordt hij op een van zijn reize vijftig
jaar. Hij werkt als technicus voor UNESCO en ondersteund
onderontwikkelde landen met technische hulp. Hij is een nuchtere man
die erg met beide benen op de grond staan. Hij denkt dat toeval en
het noodlot bestaan maar gelooft in techniek en de controle hiervan
over de wereld. Daardoor is hij erg dol op statistieken, wat
duidelijk terugkomt in het verhaal. Door deze nuchterheid gelooft hij
ook niet in religie, wat hij meerdere keren zegt. Wel is hij
ontzettend in alles wat techniek te maken heeft geïnteresseerd. Ook
is een echte reiziger en houdt daarom ook erg van alleen zijn en
raakt al snel geïrriteerd van andere mensen. Een opmerkelijk kenmerk
aan Walter Faber is dat hij constant de behoefte heeft zich te
scheren. Dagelijkst vind hij dit nodig. Als hij dit niet doet, voelt
hij zich beestig, zegt hij, terwijl het meestal niet eens nodig is.
Dit heeft ook te maken mijn zijn liefde voor techniek.
Hanna
Hanna is de jeugdliefde van Walter
Faber. Zij is ook de moeder van zijn kind Sabeth. Zij vertelt hem pas
laat in het verhaal dat hij zijn kind is en laat hem lang denken dat
het Joachim ’s kind is. Walter ontmoette Sabeth toen ze beide aan
het studeren waren. Hanna studeerde kunstgeschiedenis en was totaal
anders als hij. Hij was totaal geobsedeerd met techniek en zij totaal
niet. Hanna is half Duits, half Joods. Dit is ook de een van de
redenen, naast dat ze verliefd waren, dat Walter wilde dat Hanna met
hem trouwde. Zo kon ze in Zwitserland blijven. Op het laatste moment
wilde zij toch niet. Ze was toen ook zwanger maar ze wilde het kindje
beide niet. Hanna zou het kindje weg laten halen door Joachim, maar
dit heeft ze nooit gedaan. Ook al was ze met Joachim getrouwd toen ze
Sabeth kreeg heeft ze beide van het nooit als Sabeth ’s vader
beschouwd, alleen als haar kind. Na haar scheiding met Joachim
trouwde ze met nog een andere man, waarvan ze ook scheidde.
Uiteindelijk kwam ze in Athene te wonen, waar Walter haar voor het
eerst weer ziet na lange tijd.
Sabeth
Sabeth is de dochter van Hanna en
Walter, waar Walter pas achter komt als Sabeth is overleden. Sabeth
heet eigenlijk Elisabeth, maar Walter Faber noemt haar Sabeth omdat
hij Elisabeth een onmogelijk naam vind. Ze is 20 jaar oud. Walter
ontmoet haar op het schip naar Parijs, waar haar paardenstaart en
kledingstijl hem als eerst opvallen. Ze is een avontuurlijk meisje
dat erg van kunst houdt. Ze is altijd vrolijk en zingt veel. Dit vind
Walter Faber leuk aan haar. Ze leeft van dag tot dag in tegenstelling
tot haar vader Walter, die een echte planner is. Uiteindelijk
overlijdt ze in Athene aan een schedelbasisfractuur
die ze opliep toen ze van een heuveltje viel nadat ze door een slang
werd gebeten.
Joachim Hencke
Joachim Hencke is de jeugdvriend
van Walter. Hij komt ook veel in de flashbacks van Walter voor. Hij
studeerde medicijnen en zou Hanna helpen met haar abortus. Later,
toen Walter in Bagdad zat en geen contact meer had met Hanna is
Joachim met Hanna getrouwd. Walter denkt dan ook eerst dat Sabeth de
dochten van Joachim is. Uiteindelijk zijn Joachim en Hanna
gescheiden. Hij had een tabak plantage waar Walter en zijn broer
Herbert hem zouden opzoeken. Hij had zich toen echter opgehangen en
kwam zo aan zijn eind.
Herbert Hencke
Herbert Hencke is de broer van
Joachim. Walter ontmoet Herbert in het vliegtuig, waar ze naast
elkaar zitten. Walter vind Herbert in eerste instantie irritant maar
laten draait hij bij. Hij komt er dan ook achter dat Herbert de broer
van Joachim is. Herbert was ook de gene die Walter uitnodigde mee te
gaan naar de plantage. Na de dood van zijn broer blijft Herbert
achter op de plantage, waar Walter hem nog één keer opzoekt.
Marcel
Marcel is de Amerikaanse kunstenaar
die met Herbert en Walter mee reist naar de plantage. Hij is dol op
de ruïnes en oude overblijfselen van oude beschavingen. Walter
vertelt dan ook dat hij hier elke dag naartoe ging en mee reisde om
andere ruïnes te zien. Ook hem vind Walter in eerste instantie
vervelend, wat later beduidend minder wordt.
Thema
Het thema van het boek komt
duidelijk terug in het verhaal, het wereldbeeld. Het verhaal gaat
namelijk om de mentale ontwikkeling van Walter Faber en dan vooral
het veranderen van zijn wereldbeeld. In het begin van het verhaal is
hij voortdurend bezig met zijn techniek en statistieken. Natuurlijk
blijft dit wel aanhouden tijdens het verhaal, maar Walter Faber is er
duidelijk minder mee bezig nadat hij Sabeth ontmoet. Na zijn
ontmoeting met Sabeth laat Sabeth hem de andere kant van het leven
zien. Ze laat hem zien hoe het leven is als je van dag tot dag leeft
en sleept het mee door allemaal steden. Uiteindelijk is Walter zijn
wereldbeeld voordat hij sterft ook duidelijk verandert.
Genre
In het boek komen duidelijk twee
genres naar voren. Het eerste genre wat naar voren komt is het
autobiografische genre. Walter Faber vertelt namelijk over de
gebeurtenissen van zijn leven, maar deze zijn gebaseerd op
gebeurtenissen die Max Frisch zelf heeft meegemaakt. Er zit dus een
duidelijk autobiografisch element in.
Ook komt het psychologische genre
duidelijk naar voren. Het boek focust namelijk heel erg op de mentale
ontwikkeling van de hoofdpersoon en het wordt ook uit de ik-persoon
vertelt. Het boek beschrijft uit uitgebreid de gedachtes van Walter.
De ontwikkeling van Walter Faber is als het werkelijke door regels
heen te lezen als hij denkt. Deze twee genres zijn de twee
hoofdgenres die in dit boek duidelijk te merken zijn. Deze sluiten
ook goed aan bij het thema van het boek.
Tijd
en opbouw
Het verhaal speelt zich af in de
zestiger jaren van de 20e eeuw. Aan het begin van het boek
staat 1955/57, wat aanduidt dat het verhaal zich binnen deze jaren
afspeelt. Het boek is opgedeeld in twee Stationen, waarvan het eerste
is geschreven in Carácas van 21 juni tot 8 juli. Dit staat aan het
einde van het eerste Station. Het tweede Station is geschreven in het
ziekenhuis in Athene, waar Walter Faber voor zijn dood ligt,
beginnend op 19 juli. Een deel van het tweede Station is getypt, wat
zijn reisdagboek van 8 juni tot 16 juli is. De rest is met de hand in
het ziekenhuis geschreven. Verder heeft het verhaal geen
hoofdstukken, alleen soms een aantal lege regels of drie streepjes
tussen twee alineau’s, wat een verschillend deel aanduid. Ook komen
er in het verhaal veel flashbacks voor, waar Walter Faber terug denkt
aan de studententijd met Hanna.
Ruimte
Het verhaal speelt zich op veel
verschillende plekken af door de vele reizen die Faber aflegt. Het
verhaal begint in New York en verplaatst zich dan naar het vliegveld
van Houston. Hierna is er een deel van het boek in het vliegtuig, de
woestijn en een groter deel in Mexico. Hierna gaat het de
hoofdpersoon weer terug naar New York City, waar het verhaal verder
gaat. Daarna gaat Walter op het schip naar Parijs, waar een groot
deel van het verhaal zich afspeelt. Daarna komen er verschillende
plekken in Europa in het verhaal voor zoals Rome. De uiteindelijke
bestemming van de hoofdpersoon, Athene, is ook de laatste plek waar
het verhaal zich afspeelt, voornamelijk de woning van Hanna en het
ziekenhuis. Door de vele verschillende ruimtes blijft het verhaal
interessant. De vele ervaring op verschillende plekken zijn dan ook
een belangrijk onderdeel van het verhaal.
Motieven
In het verhaal komen een aantal
motieven terug. Het eerste motief wat terugkomt is toeval. Walter
Faber gelooft hier niet in, maar in het verhaal gebeuren zoveel
toevallige dingen dat hij hier nog veel over nadenkt. Ook komt het
motief relaties en de liefde terug. Walter denkt veel aan Hanna in
het boek en ontwikkelt een vriendschappelijke en prille
liefdesrelatie met Sabeth, die zijn dochter blijkt te zijn. Verder
komt het motief tegenstellingen in het verhaal terug. Walter is
namelijk er tegengesteld van de personen waarmee hij in het verhaal
steeds aan denkt, Sabeth en Hanna. Hij geeft dit zelf ook aan. Als
laatst komt er een historisch motief in voor; de Griekse mythologie.
In Athene sterven beide Sabeth en Hanna en in Griekse tragedies
stierf de hoofdpersoon ook vaak aan overmoed. Walter denkt dat
techniek de wereld kan controleren, maar zijn tegendeel wordt
bewezen. Er komt verder geen leidmotief in het verhaal voor.
Vertelwijze
Het boek wordt vertelt vanuit de
ik-persoon. Walter Faber beschrijft alles vanuit zijn oogpunt en zijn
gedachtes worden ook veel behandeld. Het boek wordt dus vertelt
vanuit de hoofdpersoon, wat ook terug is te zien in het thema en
genre, die ook om de hoofpersoon gaan
Schrijfstijl
Max Frisch heeft een erg kenmerkende
schrijfstijl. Hij gebruikt erg lange zinnen, waar ik in het begin nog
wel eens moeite mee had, met veel komma’s waardoor één zin al
snel een halve bladzijde in neemt. Deze zin die
gelijk op de eerste bladzijde, bladzijde 7, staat, is daar een
typisch voorbeeld van: “Wir warteten
noch weitere vierzig Minuten draußen auf der Piste, Schnee vor den
Scheinwerfern, Pulverschnee, Wirbel über der Piste, und was mich
nervös machte, so daß ich nicht sogleich schlief, war nicht die
Zeitung, die unsere Stewardeß verteilte, First Pictures Of World’s
Greatest Air Crash in Nevada, eine Neuigkeit, die ich schon am Mittag
gelesen hatte, sondern einzig und allein diese Vibration in der
stehende Maschine mit laufende Motoren – dazu der junge Deutsche
neben mir, der mir sogleich auffiel, ich weiß nicht wieso, er fiel
auf, wenn er den Mantel auszog, wenn er sich setzte und sich die
Bügelfalten zog, wenn er überhaupt nichts tat, sondern auf den
Start wartete wie wir alle und einfach in Sessel saß, ein Blonder
mit rosiger Haut, der sich sofort vorstellte, noch bevor man die
Gürtel geschnallt hatte. ”
In contrast gebruikt Max Frisch na
de lange, uitgebreide zinnen ook korte, bondige zinnen. Deze staan
ook vaak na een lange zin met veel komma’s, waardoor het overzicht
in het boek toch enigszins wordt behouden. Zo
staat er na de lange zin die hiervoor werd geciteerd deze korte zin
“Seinen Namen hatte ich überhört, die Motoren dröhten, einer
nach dem andern auf Vollgassprobe – ich war todmüde.”
Max Frisch schrijft het boek vanuit
de hoofdpersoon en laat in zijn schrijfstijl de hoofdpersoon
duidelijk als belangrijkste persoon naar voren komen. Er worden vaak
uitgebreid gedachtes van de hoofdpersoon beschreven, zoals flashbacks
naar vroeger, maar ook de gedachtes over een bepaalde situatie. Hij
focust duidelijk op de mentale ontwikkeling van de hoofdpersoon, wat
in zijn schrijfstijl ook duidelijk naar voren komt.
Eigen
Mening
Ik vond het
boek ‘Homo Faber, ein bericht’ een mooi, interessant, maar lastig
boek. Het verhaal is soms best ingewikkeld, door de vele flashbacks
en de missende indeling van hoofdstukken, maar als je het verhaal
begrijpt is het een ijzersterk en interessant verhaal. Het boek is
erg uniek waardoor je aandacht goed blijft hangen en het leuk blijft
om te lezen.
Ten eerste was de schrijfstijl erg
uniek. De lange zinnen die werden gebruikt waren soms best
ingewikkeld omdat er veel informatie in één keer wordt geschreven.
Daardoor was het verhaal soms ook best moeilijk om te begrijpen. Wel
typeert dit het boek echt. Zelf vond ik de schrijfstijl niet altijd
even aangenaam, wat vooral aan de lange zinnen lag. Wel was het fijn
dat na een hele lange zin er vaak meerdere korte zinnen werden
gebruikt waardoor het niet te onoverzichtelijk werd.
Ook had het boek een leuk onderwerp.
Het boek gaat voornamelijk over de mentale ontwikkeling van de
hoofdpersoon wat ik altijd erg interessant vind. Doordat het verhaal
vanuit de ik-persoon werd vertelt kon je je ook echt heel goed
inleven in de hoofdpersoon. Al zijn gedachtes en gevoelens werden
vertelt in het boek. Dit vond ik zelf een enorm pluspunt aan het boek
omdat je echt gaat meeleven met de hoofdpersoon en het gevoel hebt
alsof je echt in het verhaal zit.
Verder beviel de ruimte van het boek
mij ook heel erg. Omdat Walter in het verhaal veel reist, ontmoet hij
steeds nieuwe mensen en heeft hij steeds nieuwe indrukken. Hierdoor
blijft het verhaal afwisselen en wordt het niet saai op een plek
vertelt. Dit was ook een van de redenen waardoor ik mijn aandacht
goed bij het boek kon houden, de verschillende plekken trekken steeds
weer je aandacht, waardoor je blijft lezen.
Over het
algemeen vond ik het boek ‘Homo Faber, ein bericht’ een erg sterk
boek. Het onderwerp en de algemene literaire aspecten van het boek
bevielen mij erg en hielden mijn aandacht erg goed bij het boek. Wel
was de schrijfstijl van het boek soms best wel ingewikkeld waardoor
het best moeilijk was het altijd goed te begrijpen. Ik zou het boek
dus zeker wel aanraken als je een sterk, pittig boek wil lezen met
een interessant onderwerp.
Bronnen
(samenvatting)
Sende den Text als PDF kostenlos an mich
| |
|
|